Over de Cultuurmenules van de afdeling Archeologie van Gemeente Den Haag
Erfgoedlessen zijn tegenwoordig, net als de kunsteducatielessen, bijzonder ‘actief’ in elkaar gezet. Elke vier jaar veranderen we in het Cultuurmenu ook de inhoud van de lessen, herijken we alle lesdoelen en sluiten we zoveel mogelijk aan bij wat op dat moment vanuit het onderwijs gewenst is. De docenten van onze archeologielessen brengen iets extra’s mee: ze zijn niet alleen goed thuis in de achtergronden van cultuureducatie, ze zijn ook zelf archeoloog.
De les die momenteel meedraait in het Cultuurmenu is voor groep 7. Na een introductie op het werk dat de archeologen in Den Haag doen, uiteraard gelardeerd met actuele zaken en bijzondere vondsten, gaan de kinderen zelf opgraven om te ervaren hoe het voelt een echt oud Haags voorwerp tegen te komen. Daarvoor beschikken we over grote zandbakken in ons gebouw (de Tempel).
Het valt niet mee om je grote ontdekking eerst te laten liggen en netjes op een kaart te tekenen waar het precies ligt, maar ja, zo gaat het in het echt ook. We laten zien dat niet alleen het voorwerp een verhaal vertelt, maar ook de plek waar het wordt gevonden. Als het meten en tekenen eenmaal klaar is, mag alles worden vastgehouden: van 2000 jaar oude Romeinse dakpan tot een pijpenkop uit de 19de eeuw.
De objecten die we voor educatie gebruiken zijn daadwerkelijk oud en gevonden in Den Haag, maar jammer genoeg afkomstig uit lagen of van plekken die geen wetenschappelijke waarde hebben. Voor educatieve doeleinden zijn deze vondsten vaak nog prima bruikbaar.
Een ander deel van archeologisch werk bestaat uit het vertellen van de verhalen die onderzoeken en opgravingen opleveren. Bijvoorbeeld door het maken van een tentoonstelling. We zetten in de les met de leerlingen op een rij wat daar allemaal bij komt kijken.
In drietallen gaan de kinderen daarna zelf aan de slag met een mini-vitrine, een authentieke vondst en inrichtingsmateriaal. Ze gaan op zoek naar het verhaal achter dit voorwerp en bepalen wat er op het tekstbordje moet komen. Ze zorgen dat de vitrine aantrekkelijk wordt ingericht.
Ook al is een les relatief kort (70 minuten), deze twee activiteiten laten leerlingen kennismaken met twee kerntaken van archeologen. Het creatieve proces staat hierbij heel bewust op de voorgrond. Leren gebeurt tijdens alle fases van de les. Er is geen goed of fout en dat maakt de les voor iedereen prettig om te doen.
Uiteraard hebben ook wij een aantal aanpassingen moeten aanbrengen om de Cultuurmenules coronaproof te kunnen geven. Bij de bevestiging van de lessen wordt uitleg daarover meegestuurd. Omdat we geen museum zijn en er geen contact met ander bezoekers plaatsvindt, zijn de wijzigingen goed in te passen. We kijken met veel plezier uit naar de komst van alle klassen, want er gaat immers niets boven ‘Komt dat zien’ met je eigen ogen!